Niet alleen in de Bijbel, maar in de hele wereldgeschiedenis blijkt: „wie u (Israël) aanraakt, raakt Zijn oogappel aan” (Zach.2:8).
Als iemand twijfelt aan het bestaan van God, zou hij misschien beter de geschiedenis van Israël kunnen lezen dan de Bijbel. Uit de geschiedenis van Israël blijkt overduidelijk dat het Gods volk is. Dat zal zeker in de komende jaren weer blijken als alle profetieën van de Bijbel over dit volk machtig in vervulling zullen gaan. De Bijbel is voor de mens die twijfelt aan het bestaan van God, meestal een gesloten boek dat pas open gaat als hij tot bekering komt (2Kor.3:16). Pas dan raken we ook echt verwonderd over de geschiedenis van Mordechai. Hij was een rechtschapen man die het leven van koning Ahasveros redde, door een complot aan het licht te brengen. Dat hij toen niet beloond werd, bleek later tot het plan van God te behoren. De beloning kwam op de juiste, dus op Gods tijd, toen heel het Joodse volk met de ondergang bedreigd werd. De moorddadige plannen van Haman werden verijdeld en dat wat Haman voor zichzelf bedacht had, kreeg Mordechai en Haman wachtte het lot dat hij Mordechai had toebedacht. Dit is niet zomaar een eenmalig gebeuren. Nee, ook door onze vaderlandse geschiedenis heen is het gebleken dat het degenen die de Joden slecht behandelden altijd slecht is gegaan en dat het degenen die zich het lot van de Joden aantrokken, goed ging. Al in Esters tijd wist men: ‘Indien hij uit het zaad der Joden is, zult gij niets tegen hem vermogen; integendeel: gij zult voor hem geheel ten val komen’(:13). Laten we toch het volk Israël, waar onze Messias uit voortgekomen is, in liefde dragen en voortdurend in onze gebeden gedenken!