Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 31 januari
Lezen: Handelingen 4: 23-31
Vertaling 1951
23 En toen zij vrijgelaten waren, gingen zij naar de hunnen en deelden hun mede al wat de overpriesters en oudsten tot hen gezegd hadden. 24 En toen dezen het hoorden, verhieven zij eenparig hun stem tot God en zeiden: Gij, Here, zijt het, die geschapen hebt de hemel, de aarde, de zee en al wat daarin is; 25 die door de heilige Geest bij monde van onze vader David, uw knecht, gezegd hebt:
Waarom hebben de heidenen gewoed
en de volken ijdele raad bedacht?
26 De koningen der aarde hebben zich opgesteld en de oversten zijn tezamen vergaderd
tegen de Here en tegen zijn Gezalfde.
27 Want inderdaad zijn in deze stad vergaderd tegen uw heilige knecht Jezus, die Gij gezalfd hebt, Herodes zowel als Pontius Pilatus met de heidenen en de volken van Israël, 28 om te doen al wat uw hand en uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou. 29 En nu, Here, let op hun dreigingen en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken, 30 doordat Gij uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door de naam van uw heilige knecht Jezus. 31 En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
23 Nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, gingen ze naar de leerlingen en vertelden wat de hogepriesters en de oudsten hadden gezegd. 24 Toen de leerlingen dat hoorden, riepen ze God eensgezind aan met de woorden: ‘Heer, u hebt de hemel en de aarde en de zee geschapen en alles wat daar leeft, 25 u hebt door de heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar, gezegd:
“Waarom snoeven de volken
en beramen de volksstammen zinloze plannen?
26 De koningen van de aarde zijn aangetreden
en de heersers spannen samen
tegen de Heer en zijn gezalfde.”
27 Want inderdaad, in deze stad hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door u is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van Israël, 28 om datgene te doen waarvan u had bepaald en voorbestemd dat het moest gebeuren. 29 Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over uw boodschap te spreken 30 door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, uw heilige dienaar.’ 31 Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God.
www.bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek